Your cart is currently empty!
Category: Kinderen & Ouders
-
Met kinderen is alles een spelletje
We zitten in een kring met vrouwen om een vriendin in het moederschap te verwelkomen. “Wat heeft je het meest verrast aan het moederschap?” vraagt iemand.
“Dat alles een spelletje wordt,” hoor ik mezelf zeggen.
Heb jij vaak strijd met je kleine over dingen als eten, aankleden en opschieten? Het wordt leuker en gaat vaak (maar niet altijd) ook nog eens sneller als je er een spelletje van maakt.
Van maakt? Misschien toont je kindje je iets wat je zelf al lang geleden vergeten bent: leven is vreugde en alles is een creatief spelletje, of kan dat zijn.
Dus wil je je peuter aankleden en rent ie ervandoor? Roep dan niet: “PVD, en nou hierkomen! We hebben haast!”, maar lach en ren er achteraan terwijl je vrolijk roept: “Hier komt het grote aankleedmonster! Ik ga je pákken!” (mits je kindje dit soort spelletjes leuk vindt natuurlijk). Dan kun je hem oppakken en een kledingstuk aantrekken.
Stap in de magische wereld van je kind door dingen tot leven te brengen. Gebruik beweging en geluiden. Maak je stem melodieus, daar houden kindjes van. Stem wel je temperament af op (de bui van) je kindje, natuurlijk.
Iedereen kent wel het vliegtuigspelletje (ik maak er altijd een vogel van) met de lepel eten die precies in de mond landt – en zo niet, ook niet erg. Vooral niet zwaar over doen. De vreugde in dit soort momenten is veel belangrijker dan het precieze resultaat. Veel waardevoller dan die hap eten, is de verbinding die je met je kindje maakt.
Wist je trouwens dat kledingstukken kunnen praten? En ze willen héél graag aangetrokken worden! “Hallo Pietje, ik ben je broek en ik wil zoooo graag naar buiten toe, mag ik aan je benen?” Ik sta soms versteld hoe werkelijk dit voor mijn kindje is. Ze begint te stralen en knikt van ja. Ze gelooft het echt!
Ik heb mijn dochtertje wel eens aangekleed als pizza: zij was de pizzabodem en de romper was de saus, de broek was de kaas, haar truitje de tomaten en haar sokken de rucola. Ze heeft zich kromgelachen!
Over straat lopen is ook zo wat. Besef van tijd en afstand hebben kindjes nog nauwelijks. Maar als jij je steeds 10 meter verderop verstopt, wordt het wel héél leuk om je te zoeken! Of neem een bal mee die je omstebeurt vooruit schopt, of speel vliegtuigje (is ie weer) en vlieg heeeeel hoog en heeeel laag (en toevallig ook nog eens ongemerkt hard).
Neem ruim de tijd voor dit soort taferelen. Je kindje herinnert jou er aan hoe het is om te spelen, om doelloos in het hier en nu te zijn en spontaan te creëren, in het moment. Jullie zullen ongelofelijke lol hebben. De lichtheid bezorgt je kind een gelukkige jeugd en jou een vervullend ouderschap en jullie relatie wordt er enorm sterk door.
Blijft je kind protesteren of iets anders doen dan wat jij wilt? Vraag je ten eerste af of het echt nodig is om het op jouw manier te doen, of dat je je kindje ook de ruimte kan geven. Móeten we nu weg of kan het ook over 5 minuten? Móet hij nu die broek aan of mag het ook een andere zijn, of ietsje later? Geef je kind lekker de ruimte om spontaan en creatief zijn eigen wegen en manieren te vinden en laat merken dat haar mening telt.
En als er toch echt iets móet op een moment dat je peuter het echt niet wil, bijvoorbeeld om redenen van gezondheid of veiligheid, of omdat de speelzaal beperkt open is, dat soort dingen?
Als ik een beslissing neem voor mijn kind die tegen haar wens in gaat, dan doe ik ten eerste niet boos of agressief, ook niet een beetje. Ik doe wel heel duidelijk en blijf in contact. Ik benoem eerst haar wens zodat ze zich gehoord en begrepen weet: “Jij wilt graag in de speeltuin blijven hè?”. Dan vertel ik kort en in woorden die ze op dat moment begrijpt dat ik een andere beslissing voor haar neem en waarom.
Als je als volwassene aansluit bij de belevingswereld van je kind, dan breng je twee werelden samen. Jij houdt de grenzen in de gaten en beslist wat er (uiteindelijk) moet gebeuren. Én je geeft ruimte aan de magie en verrassing van het tijdloze moment waarin álles mogelijk is.
-
Ja, jij wilt een pannenkoek. Tip voor liefdevol grenzen aangeven.
Huilend: “Neeeeee! Ik wil een PANNENKOEK!”
“Ja, jij wilt een pannenkoek.”
Zachter huilend: “Jaaaaaaa.”
“En je krijgt nu geen pannenkoek. We eten straks thuis stamppot. Wil je nu een boterham?”
“Ja.”
Wait, what? Really?
Ik had nooit gedacht dat dit zó goed zou werken, maar “Ja, jij wilt een pannenkoek” is mijn favoriete opvoedskill gebleken (mijn dochter is nu twee en volop in de peuterpuberteit).
Voor mij was het contraintuïtief om precies dat te benoemen wat ze wil wat (op dat moment) niet mag. Ik had gedacht dat het de aandacht juist des te meer zou richten op wat niet de bedoeling is. Maar het is juist een gouden ‘truc’ gebleken:
Jij wilt met die aansteker spelen.
Je wilt aan de oven zitten.
Je wilt van dat muurtje af springen.
Je wilt nog heel lang opblijven.
Je wilt in die plas gaan zitten.
Je wilt de muziek keihard zetten.Waarom dit zo goed werkt? Ik snap het inmiddels: mijn dochtertje weet zich gezien en begrepen. Zodra ik benoem wat ze wil, kalmeert ze en zegt ze (soms nog huilend maar al veel zachter): “jaaaaa”.
Vervolgens kun je de wél gewenste situatie noemen en een alternatief geven (maar vaak hoeft dat niet eens). Of gewoon een afleiding werkt voor de kleintjes ook: zodra ze even uit de Neeee zijn: “Kijk, daar zit een vogeltje in de tuin.”
Ja uit de mond van een peuter is een heerlijk geluid.
-
We zijn van nature sociaal (Jean Liedloff: The Continuum Concept)
“Je krijgt in het leven wat je verwacht, niet wat je wilt.”
– Jean LiedloffEen mooie video over hoe je kinderen voedt met nabijheid, aanraking en de essentiële gewoonte om ze zelf de wereld zelf te laten ontdekken.
Over vertrouwen op de natuur, onze natuurlijke talenten en onze aangeboren neiging om aan sociale verwachtingen te voldoen – en hoe dat laatste ons zowel goed kan doen als schade kan aanrichten!
- Hoe houden we onze kleintjes veilig – en wat is veiligheid precies?
- Hoe kunnen we ze verantwoordelijk gedrag bijbrengen?
- We communiceren vaak onbedoeld dat we denken dat kinderen een bepaalde taak NIET aankunnen. Hoe werkt dat en hoe kun je het veranderen?
- Veel van onze ‘normale’ gebruiken in het ziekenhuis, op de opvang of thuis creëren een gevoel van “er is iets mis met mij”… Wat kunnen we daar aan doen?
- En wat zijn de maatschappelijke implicaties van de vergissingen die we als volwassenen jegens kinderen begaan?
- En vooral: hoe kunnen we van inheemse culturen leren om de verbinding met onze natuurlijke talenten te herstellen?
Als je gauw één krachtig voorbeeld wilt zien van hoe we onze kinderen onbedoeld leren om afhankelijk en incapabel te zijn, bekijk dan het voorbeeld van Donovan en zijn moeder dat begint op 34 minuten. Maar echt: de hele video is de moeite waard!
Ik vond Jean nogal sterk in haar expressie in het begin van de video, maar toen realiseerde ik me dat zij sprak in een andere tijd, in een andere cultuur en dat waarschijnlijk veel van haar werk en toonzetting de reden zijn dat ik nu een beetje relaxter kan doen.
Wij thuis pasten instinctief Jean’s principes al toe. We kunnen en willen niet anders dan een diepe verbinding met ons kindje *nu 14 maanden oud) te voeden terwijl we haar de ruimte geven om de wereld te ontdekken en te leren van ‘fouten’.
Deze video (ons aanbevolen door een dierbare vriend) was een grote inspiratie en aanmoediging. We hebben er ook een paar tips uit gehaald. Vooral voel ik me dankbaar voor deze, iets wat ik zelf ga veranderen: ik steek mijn vinger niet meer op om mijn autoriteit te laten voelen. In de video legt Jean uit waarom.
Jean Liedloff schreef The Continuum Concept, in het Nederlands vertaald als Op zoek naar het verloren geluk: naar een natuurlijke manier van opvoeden.
De lessen die ik leerde van Jean doen deels ook sterk denken aan die van de meer eigentijdse Susan Stiffelman in Opvoeden in het Nu. Over haar eerdere boek Parenting with Presence schreef ik eerder al een artikel.
-
Durf jij je kind te laten lijden?
Oh, dat klinkt verschrikkelijk: je kind laten lijden. En wat ik natuurlijk vooral niet bedoel, is dat je je kind wat aandoet.
Maar wat als je kindje is gevallen, pijn heeft, geschrokken is en huilt?
Of als het niet meer in de speeltuin mag, terwijl het zo graag nog van de glijbaan wil?
Als zijn knuffeltje kwijt is, haar fiets stuk is, de hond dood of de juf weg gaat?Het beste wat je dan kunt doen, is je kind de gelegenheid geven om te treuren, huilen, auwen en balen.
Durf jij dat?
Veel mensen kunnen het moeilijk aanzien als hun kind pijn of verdriet heeft. Ze proberen het snel weg te maken.
Met iets lekkers (kom, we gaan een ijsje halen),
een belofte (straks thuis mag je een filmpje kijken),
een dreigement (als je nou niet gauw meekomt, blijf je de rest van de dag binnen zitten),
een oordeel (je bent toch geen watje)
of een ontkenning (kom, zo erg is het niet, niks aan de hand, sta maar weer op).Maar verdriet hoort bij het leven. Net als afscheid, schrik, pijn en verlies.
Als je kind niet in de speeltuin mag blijven, is dat een verlies.
En aan jouw reactie ziet je kind hoe het daarmee moet omgaan.Dus wat doe je? Je blijft bij je kind, met twee zachte armen en een rechte rug. En je helpt je kind om het verdriet te verwerken.
Je kunt het ook benoemen: “Jij wilt heel graag nog in de speeltuin blijven hè? En voel je je nou verdrietig/gefrustreerd/boos/… omdat we toch naar huis gaan?” en zo je kind helpen te begrijpen en verwoorden wat er aan de hand is. Mild en met aandacht, zonder zelf drama of paniek te doen.
Jouw aanwezigheid is het allerbelangrijkst.
Dat vraagt moed, want veel liever dan je kind te zien huilen, zie je het natuurlijk lachen.
Dus dan komt de grote gewetensvraag voor bewuste ouders: hoe ga ik zelf eigenlijk met mijn uitdagingen om?
